Ontwerpprincipes: CRAP, POUR en Nielsen
Wanneer je een website maakt, moet je nadenken over hoe gebruiksvriendelijk en duidelijk deze is. Ontwerpprincipes helpen je daarbij. We bekijken drie bekende sets richtlijnen: CRAP, POUR en de Heuristieken van Nielsen.
1. CRAP
CRAP is een geheugensteuntje voor vier basisprincipes in visueel ontwerp. Deze komen uit de grafische vormgeving, maar zijn ook handig voor websites.
-
C = Contrast - Zorg dat belangrijke dingen opvallen. Denk aan een knop in een opvallende kleur of duidelijke titels. Voorbeeld: Witte tekst op een donkere achtergrond lees je beter dan grijze tekst op een grijze achtergrond.
-
R = Repetition (Herhaling) - Herhaal stijlen, kleuren en vormen zodat de site één geheel lijkt. Voorbeeld: Gebruik steeds hetzelfde lettertype voor kopjes.
-
A = Alignment (Uitlijning) - Zet dingen netjes uitgelijnd, niet zomaar willekeurig. Dit maakt de site rustiger en professioneler. Voorbeeld: Alle tekstblokken beginnen links uitgelijnd.
-
P = Proximity (Nabijheid) - Dingen die bij elkaar horen, zet je ook dicht bij elkaar. Voorbeeld: Een foto met een onderschrift: plaats de tekst vlak onder de foto.
Kortom: CRAP helpt je ontwerp er duidelijk en professioneel uit te laten zien.
2. POUR (WCAG)
POUR komt uit de WCAG (Web Content Accessibility Guidelines). Dit zijn internationale afspraken over hoe je websites toegankelijk maakt voor iedereen, ook voor mensen met een beperking.
-
P = Perceivable (Waarneembaar) Alle informatie moet waarneembaar zijn. Voorbeeld: Gebruik alt-tekst bij afbeeldingen, zodat schermlezers de afbeelding kunnen beschrijven.
-
O = Operable (Bedienbaar) De website moet te bedienen zijn met toetsenbord, muis of andere hulpmiddelen. Voorbeeld: Je moet kunnen navigeren met het toetsenbord, niet alleen met de muis.
-
U = Understandable (Begrijpelijk) Tekst en navigatie moeten duidelijk zijn. Voorbeeld: Knoppen hebben duidelijke namen zoals “Bestellen” in plaats van “Klik hier”.
-
R = Robust (Robuust) De website moet werken op verschillende apparaten, browsers en met hulpmiddelen zoals screenreaders. Voorbeeld: Een site die zowel op mobiel als laptop goed bruikbaar is.
Kortom: WCAG en POUR zorgen dat een website toegankelijk en eerlijk is voor alle gebruikers. Hiervoor zijn checklists beschikbaar.
3. Nielsen’s 10 Heuristieken
Jakob Nielsen is een expert in gebruiksvriendelijkheid (usability). Hij maakte tien algemene regels, die vaak worden gebruikt om websites en apps te testen en verbeteren.
- Zichtbaarheid van de status – Laat zien wat er gebeurt (bijv. laadicoon).
- Overeenkomst met de echte wereld – Gebruik herkenbare woorden en symbolen.
- Gebruikerscontrole en vrijheid – Laat gebruikers fouten makkelijk herstellen (bijv. “Ongedaan maken”).
- Consistentie en standaarden – Gebruik overal dezelfde termen en iconen.
- Voorkom fouten – Ontwerp zo dat mensen minder snel fouten maken.
- Herkenning in plaats van herinneren – Laat opties zien i.p.v. dat gebruikers alles moeten onthouden.
- Flexibiliteit en efficiëntie – Maak de site makkelijk voor beginners én gevorderden.
- Esthetisch en minimalistisch ontwerp – Houd het overzichtelijk, zonder overbodige informatie.
- Help gebruikers fouten herkennen, herstellen en voorkomen – Geef duidelijke foutmeldingen.
- Help en documentatie – Geef uitleg of hulp waar nodig.
Kortom: de heuristieken van Nielsen zijn er om te zien of je website fijn en logisch werkt voor gebruikers.